Dinsdag start de tweede editie van de Tour de La Provence. Een driedaagse etappekoers door het Zuid-Franse departement Bouches-du-Rhône. De ronde heeft een UCI 2.1-status. Vorig jaar wist Thomas Voeckler de ronde op zijn naam te schrijven.
De Franse cultrenner en kopman van Direct Energie komt met een sterk team aan zijn zijde naar de Provence en zal ongetwijfeld de ambitie hebben zijn titel te prolongeren. Naast Direct Energie zullen er nog 17 andere teams deelnemen, waaronder 4 WorldTour- en 6 ProContinentale teams. De rest van startlijst bestaat uit Continentale teams en een nationale selectie van Franse beloften. De complete startlijst is hier te vinden.
Parcours
De Tour de La Provence legt een iets ander parcours af dan vorig jaar. Dat zorgt ervoor dat het zwaartepunt van de ronde dit keer in de laatste etappe lijkt te liggen met een finish aan de voet van de Notre-Dame de la Garde in Marseille.
Etappe 1: Abaugne – Istres (205 km)
De renners beginnen Le Tour de La Provence vanaf het vertrek direct met klimmen. Met een col van de tweede categorie (col de L’espouligier) kunnen aanvallers direct een slag slaan voor het bergklassement. Na deze startklim is er echter weinig spanning te verwachten. Waar, zoals gezegd, ‘Titi’ Voeckler, vorig jaar in de eerste rit het klassement al besliste, lijkt de etappe dit jaar eerder weggelegd voor sprinters. De laatste 60 kilometer zijn namelijk zo goed als vlak. De rit wordt afgesloten met drie lokale rondes van 6,3 km door het centrum van Istres.
Reken op: Barbier, R. Feillu, Malucelli, Martinez en Manzin
Let ook op: Nicolas Vereecken
Etappe 2: Miramas – La Ciotat (169 km)
Dag twee is een stuk uitdagender en de mannen die aanspraak maken op de eindwinst zullen hier de benen wel eens willen testen. Dat zal dan niet aan het begin van de rit gebeuren. De eerste twee uur is het parcours namelijk overwegend vlak. Maar na 90 kilometer rijden zullen de renners zonder klimmersbenen op de Pas de la Couelle (liefkozend ‘le Petit Galibier’ genoemd) het toch al lastig krijgen. Hierna volgt nog meer heuvelachtig terrein met een afdaling tot aan de finish in La Ciotat. Een aantal renners zal het tempo van het peloton heuvelop niet bij kunnen houden, maar het parcours lijkt ons ook niet zwaar genoeg om een vorm van sprint te voorkomen.
Na de afdaling, die door de organisatie als kronkelig en snel wordt getypeerd, volgt waarschijnlijk een sprint met een grote groep. Tenzij een puncheur met durf zich vlak voor de top van de laatste heuvel aan de greep van het peloton weet te onttrekken en zich vervolgens in de afdaling stort.
Reken op: Barbier, Feillu, Martinez, Malucelli
Let ook op: Boris Vallée
Etappe 3 Aix-en-Provence – Marseille (169 km)
Dit is de laatste rit van de ronde en biedt op papier goede kansen voor aanvallers, met name in het tweede deel van de etappe. Het eerste deel van de etappe moet voor het hele peloton nog goed te doen zijn. Wel dient al na 14 km de ‘col de Porte’ (2e cat) beklommen te worden. Ongetwijfeld een vertrekpunt voor een vroege vlucht. Het lange en relatief vlakke stuk dat volgt maakt voor de niet-klimmers terugkeren in het peloton mogelijk, mochten ze dat willen. Na 95 km koersen is er pas écht weer iets te beleven, dan wordt de Montee de Mazaugues (3e cat) beklommen. Vervolgens wordt er ongeveer 6 kilometer op een soort plateau afgelegd, waarna een een lange (circa 9 km) en snelle afdaling het heuvelachtige laatste kwart van de etappe inluidt.
In zowel de hierboven genoemde snelle afdaling als in het golvende deel erna liggen kansen voor aanvalslustigen die de vlucht van de dag hebben laten schieten. Op circa 10 km rijdt het peloton Marseille in en wordt er koers gezet richting de ‘Notre Dame de La Garde’, dit is een 19e eeuwse basiliek gelegen op een heuvel, tevens het hoogste punt van de stad en toeristische trekpleister.
De route door de stad verloopt tot ongeveer 1 km van de finish over brede avenues en boulevards. Hierna zal het op positioneren aankomen want in de slotkilometer worden de straten aanmerkelijk smaller en begint de weg omhoog te lopen. Dit is ook de laatste kans om te proberen een gaatje te slaan en vervolgens weg te blijven. De échte kuitenbijter is de helling richting de basiliek zelf, met op slechts 100 meter van de finish een zeer scherpe bocht. Vanaf hier is het kort en krachtig omhoog sprinten over een smalle weg naar de finishlijn aan de voet van de basiliek.
Aangezien de kans groot is dat er op dag 1 en 2 gesprint wordt, zien wij ook voor vandaag geen grote kans op een geslaagde ontsnapping. Het algemeen klassement zal immers nog beslist moeten worden en de kopmannen met ambities zullen hun ploegen laten rijden om de vluchters, die er ongetwijfeld zullen zijn, bij te halen. Wij voorzien een scenario waarbij de vlucht van de dag in de buurt van Marseille wordt ingelopen; waarna snelle klimmers, klassieke punchers en wellicht enkele (Italiaanse) heuvelsprinters op de laatste helling zullen strijden om de dagzege én mogelijk zelfs het Algemeen Klassement.
Reken op: Bouet, Finetto, Hivert, Gavazzi, Geniez en Roux.
Let ook op: Silvan Dillier